FIETSTOCHT IJSLAND
ZOMER 2007

Over deze fietstocht heb ik drie artikelen geschreven:
– onderstaand,
– over IJslandse Saga's, op www.ijslandse-saga.nl, onder sagareis 2007, en
– over IJslandse Honden, op www.ijslandse-hond.nl, onder IJslanders op IJsland.

Alle artikelen zijn geïllustreerd met foto's. De “echte” foto's, niet zijnde kiekjes, komen op een eigen website: www.images-of-iceland.nl. Het zal nog even duren voordat deze site online is.

Veel plezier met het onderstaande reisverslag!

Tonny Buijs

April 2008

voorbereiding / route / materiaal / eerste indrukken / fiets op IJsland / over fietsers / verandering
dit is: pagina 7 van 7
ga naar: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7.


DE VERANDERING
Een reisleider die elk jaar reizen naar IJsland begeleidt vertelde me jaar in jaar uit niet te lang te wachten om het land opnieuw te bezoeken. Het veranderde. Ik kon me er geen voorstelling van maken wat hij bedoelde. Wat kan er nu veranderen aan de natuurwonderen van het land?
  Inmiddels denk ik te weten wat hij bedoelt. Aan de ene kant is het de enorme toevloed aan mensen waardoor je op alle wegen – uitgezonderd de aller extreemste 4 x 4 routes wellicht, want daar ben ik niet geweest – je je absoluut niet eenzaam hoeft te voelen. De Ringweg 1. (Race-Road 1.) is zo druk geworden dat fietsen daar niet leuk meer is – en veilig vind ik het daar voor fietsers ook niet meer, met name als er Italiaanse of Franse coureurs in het spel zijn. Een rondje IJsland met de fiets via de Ringweg 1. lijkt mij een achterhaald avontuurlijk idee (wellicht nog als je levensmoe bent). IJslandse kennissen meldden overigens niet dat er dodelijke ongelukken plaatsvinden waar fietsers bij betrokken zijn. Op moment van spreken waren er al wel vier motorrijders dodelijk verongelukt.
  Dat er op de Ringweg 1. (te) hard gereden wordt mag duidelijk zijn. En dat, ondanks de diverse politiecontroles die ik heb gezien en ondanks de enorme boetes die er voor staan (huilende toeristen voor draaiende camera’s op de IJslandse buis). Vijfenzeventig procent van de betrapten schijnt toerist te zijn. Lijkt veel, maar het zal niet veel schelen of vijfenzeventig procent van het totale verkeer betreft toeristen.
  Veel fietsers die ik heb ontmoet ontwijken de Ringweg 1. dan ook bewust. Ze gaan stukken met de bus om op “rustiger” wegen de reis te vervolgen. Opvallend vaak bestaat die route uit Sprengisandur van zuid naar noord, en via de Kjölur terug naar het zuiden. Een mooie route ware het niet dat de Kjölur bijna onbegaanbaar is geworden. Ik kan me goed voorstellen dat er zeven jaar geen onderhoud meer aan is gepleegd. Vanaf de eerste brug ten noorden van Hveravellir tot aan het asfalt bij de Gullfoss is het stuiteren geblazen over de wasborden die de volle breedte van de weg beslaan en waaraan geen ontsnappen mogelijk is.
  Het landschap is er onveranderlijk prachtig en ik heb het bewuster in me opgenomen dan in 2000 toen ik de Kjölur voor het eerst fietste. Toch, de fietser die komt om rustig IJsland te zien en die niet een of andere sportieve queeste najaagt – zoveel mogelijk kilometers onbegaanbare weg afleggen in een paar weken tijd, die fietser raad ik aan de Kjölur te mijden. Over de Sprengisandur kan ik niet oordelen, die heb ik zelf niet gefietst hoewel dat wel in de planning zat. Wel heb ik van fietsers die beide grote binnenlandroutes gedaan hadden gehoord dat de Sprengisandur nog slechter is qua wegdek.
  Kortom, fietsen op Race-road 1. is niet leuk meer. En lekker fietsen op de binnenlandweg Kjölur is (was dit jaar) onmogelijk. Blijven over de andere gravelwegen. Ik heb er veel gefietst in het Noord-Oosten en Noorden. Het wegdek varieert, maar nergens ontkom je aan mede toeristen (zijn hier overigens zeer zelden fietsers!). Wel veel campers. En je vraagt je soms af wat ze bezield daar te rijden. Wellicht omdat ze alle asfaltwegen al bereden hebben en toch wat moeten. Op IJsland zul je je ook als fietser dus nergens meer eenzaam voelen. Dat is een kant van het verhaal om zo snel mogelijk naar IJsland te gaan voordat het helemaal over is. Het massatoerisme wint snel terrein en het eind is nog lang niet in zicht.

Een tweede punt is de enorme belasting die toeristen voor de natuur vormen. En dat moet je in brede zin zien. Het is niet alleen de toerist die over steeds breder wordende paden loopt te wandelen. Rondom die toerist wordt een hele infrastructuur gebouwd om ze het recreëren maar zo comfortabel mogelijk te maken.
  Meer wegen worden aangelegd, van asfalt voorzien en verbreed. Er zijn plannen om of de Sprengisandur of de Kjölur te asfalteren (via een alternatieve route door een gebied waar nu nog geen weg ligt). Nu is de Kjölur al behoorlijk druk. Maar stel je de in colonne rijdende campers eens voor die door het binnenland trekken om van het verkrachtte landschap te genieten, maar desondanks nog best mooi zal zijn. Geen van de IJslanders die ik sprak is overigens voor deze plannen. Hetgeen niet wil zeggen dat ze dan ook geen doorgang zullen vinden…
  Op alle gekende hoogtepunten, de top bezienswaardigheden van IJsland, en die zijn echt telbaar, worden of zijn picknick voorzieningen aangelegd, verschijnen WC’s en ruime parkeerplaatsen. Tel daar alle mensen bij op die daar nu vanwege de goede sanitaire voorzieningen rond de klok verblijven, dat betekent ook daar overnachten – wat doorgaans verboden is / illegaal in hun campers. En daarbij de hordes mensen die met bussen worden aangevoerd, en voor je het in de gaten hebt is het idyllische plaatje van IJsland weg. Het landschap is goedkoop (en dit in de context van IJsland!) en eenvoudig vermaak geworden en voor wat romantisch ingestelde figuren is de aantrekkingskracht weg. De groep mensen die van het kleine avontuur houdt en wil genieten van een stukje onvervalste lege oernatuur die moet snel naar IJsland of anders een andere bestemming zoeken. Voor mensen die de zaken wat extremer aanpakken ligt het wat anders. Zij zullen nog wel rustige plekken kunnen vinden buiten de gebaande wegen. Het aantal mensen dat zich hier mee bezighoudt neemt natuurlijk ook toe. Kortom: Het “Iceland Air IJsland” staat behoorlijk onder druk.
  Bij de Seljalands- en de Skógafoss drong het bespottelijke pas echt door. De ene Toyota Yaris rijdt weg en de volgende arriveert. Hij, meestal de mannelijkste van het stel, stapt achter het stuur vandaan en samen lopen ze al foto’s makend naar de waterval. En ze hebben het allemaal reuze naar hun zin en hebben het idee onderdeel te zijn van een unieke gewaarwording (kortom, wat zeur je dan?). Als je echter het grotere plaatje bekijkt, want dit tafereel herhaalt zich de hele zomer, 24 uur per dag, dan wordt die ervaring net zo inwisselbaar als een rondje in de draaimolen op de plaatselijke kermis. Makkelijk te realiseren, zonder enig risico, zonder enige vorm van moeite; u betaalt, wij draaien. En dan toch het idee hebben iets avontuurlijks gedaan te hebben, wat een perfecte marketing! Het zien van de waterval is een ervaring die wij met z’n allen delen, maar dan toch liever op de fiets in plaats van in een Yaris (over een Landrover valt te twisten...). Over gedeelde ervaringen gesproken: de Svartifoss bijvoorbeeld trekt 75.000 mensen per jaar. Hoeveel zouden dat er wel niet bij de Gullfoss zijn?

   

  Dimmuborgir bij het Mývatn is door zijn brede paden totaal sfeerloos geworden. Bij Leirhnjúkur worden steeds meer vlonders geplaatst en wandelpaden uitgezet. Ik weet niet of dit gebeurt om het landschap te beschermen dan wel om het de toeristen makkelijker te maken om te lopen. In het eerste geval kan ik me er iets bij voorstellen, al zijn de vlonders zeer storend in het landschap aanwezig. In het andere geval wordt veel te veel tegemoet gekomen aan de vermeende (?) wens van de toerist.
  Hveravellir, gelegen in het midden van de Kjölur, is vernield door mensen die alle kiezelstructuren kapot lopen, overal stenen in de bronnetjes menen te moeten gooien (of muntjes zoals bij Geysir). Het zijn niet veel mensen die dit doen, maar als er een begint vindt het al gauw navolging. Bij Hveravellir is baden in het bekende bad al lang niet meer voldoende. Steeds meer mensen liggen stroomopwaarts daarvan in het langsstromende beekje. Het nut daarvan ontgaat me, ik zie wel wat er vernield wordt, en weer wordt iets van het beeld aangetast dat IJsland ongerept zou zijn.
  Mensen die in Hveravellir stroomopwaarts van het badje in allerlei poeltjes gaan liggen; het is slechts één voorbeeld. Het is niet meer de natuur die bewonderd wordt om zijn schoonheid, het is de natuur die gewaardeerd wordt om het vermaak dat ze kan bieden. Zeven jaar geleden schreef ik dat IJsland de Efteling was. Ik had toen moeten schrijven: het sprookjesbos van de Efteling. IJsland dreigt steeds meer de Efteling van de Python en dergelijke attracties te worden.
  Geysir en Gullfoss zijn aangepakt om de enorme toeloop een beetje in banen te leiden, je hoeft er nog net niet in de rij te staan voor een kassa. Over bijna alle grote bezienswaardigheden die ik dit jaar heb bezocht hangt een zweem van tweede hands. Het is mooi, voor iemand die het voor het eerst ziet waarschijnlijk fantastisch, maar het is niet puur meer. En sommige dingen begrijp ik gewoon niet. De voet van de Hvítserkur (op Vatsnes) is verstevigd door middel van ingemetselde stenen (was misschien in 2000 ook al het geval). Waarom laat je dat ding niet gewoon instorten als zijn tijd gekomen is?
  Het tweede punt is dus dat door de enorme toename van het toerisme de glans verdwijnt van de unieke IJslandse natuur. Dat is makkelijk te constateren bij de topattracties, maar straalt ook af op minder bekende plekken omdat het land de toestroom niet aan lijkt te kunnen en mensen altijd op zoek zullen blijven gaan naar “nieuwe” unieke plekken.
  Ik weet niet of IJslanders zich hier zorgen om maken. Ze hebben hun ziel toch al verkocht door die dam bij Kárahnjúkur te bouwen, waardoor ze nimmer meer reclame kunnen maken met de slogan: “IJsland de laatste oer-wildernis van Europa”. Voorzover dat al kon. Nu is het gewoon een leugen. Op één IJslander na, die een enorme voorstander van dat project bleek, heb ik geen IJslander gesproken die niet op z’n minst ernstige twijfels bij het project heeft. De meesten zijn gewoon ronduit tegen. Genoemde IJslander wilde IJsland – z’n hele natuur – wel opofferen om de Global Warming tegen te gaan door zoveel mogelijk zeer energie intensieve industrieën naar het land te halen. Elk land heeft zo zijn joker zullen we maar zeggen.
  En nu bestaan er bijvoorbeeld plannen om in de West-Fjorden een olieraffinaderij te bouwen. Het lijkt me niet echt een industrie met toekomst (tenzij er op de Noordpool olie gewonnen gaat worden, en dan nog). Ik ga IJslanders echter niet vertellen wat ze wel of niet moeten doen. Het is hun land en ik ben blij dat ik er altijd zo gastvrij onthaald wordt en er mijn eigen ding kan doen. Voor mij betekend het wel dat ik nog eens naar de West-Fjorden moet voordat die fabriek gebouwd wordt en daarna hoef ik er niet meer heen. Net als de Kárahnjúkurdam wil ik die raffinaderij gewoon niet zien.
  “Ga er heen voor het te laat is, het land verandert,” ik kan niet anders dan de woorden van deze reisleider te onderschrijven. Het is slechts zeven jaar geleden dat ik hier voor het eerst kwam, de verandering sindsdien is immens en ze voltrekt zich steeds sneller.


TOT SLOT
De reis had geen kilometer langer moeten duren. De laatste helling in Oosterbeek voordat ik thuis zou zijn moest ik lopend op. Ik trapte de versleten ketting nu continu over de bijna verdwenen tanden van de kettingwielen heen. En dat was niet alleen irritant, het bracht me ook geen steek verder. Even later kon ik alle zooi voor de laatste keer van de fiets halen. Thuis, en nu onder de douche.

Eenmaal terug denk je vrolijk begroet te worden door een hond die je vier maanden heeft moeten missen. Nou mooi niet. Grettir deed net alsof hij me niet kende. Zelfs een beetje kwispelen met zijn staart kon er niet vanaf. Of hij zeggen wilde: bekijk jij het maar, om me hier zo lang achter te laten. Deze koele ontvangst heeft toch een paar dagen geduurd. Uiteindelijk is alles goed gekomen.
  Het was weer een fantastische zomer en nu kan het nagenieten beginnen. Verhalen kunnen worden geschreven, foto's bekeken en de plannen voor volgende IJslandreizen gemaakt.


Tonny Buijs

April 2008

voorbereiding / route / materiaal / eerste indrukken / fiets op IJsland / over fietsers / verandering
dit is: pagina 7 van 7
ga naar: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7.